Overgangskader
Voor de overgang naar een volgend leerjaar, moet je aan bepaalde voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden worden uitgebreid uitgelegd in het document ‘overgangskader’. Dit document kun je opvragen bij de school. Voor nu hebben we de belangrijkste punten hieronder samengevat.
Rapporten
Het schooljaar is in drie rapportperioden verdeeld. Er is bij elke rapportperiode sprake van een voortgaand gemiddelde. Bij de rapportlijsten 2 en 3 komen de cijfers van eerdere perioderapporten op de lijst te staan.
Tussentijds kun je als ouder/verzorger op de hoogte blijven van de behaalde cijfers via het onderwijsportaal (SOM). Ook bij de mentor kun je inlichtingen inwinnen over de voortgang en vaardigheden van je zoon of dochter.
Of een leerling overgaat naar een volgend leerjaar, wordt besloten tijdens de eindrapportvergadering. Hierin gaat het onder andere over:
- De kansen die een leerling zou hebben in het volgende leerjaar.
- Informatie ingebracht door mentoren en anderen.
- Capaciteiten, achtergrond, zelfstandigheid, inzet en motivatie van de leerling.
Wanneer er geen eenduidig advies uit komt, kan er ook gestemd worden. De teamleider / voorzitter heeft één stem. Als een vak door twee of meer personen gegeven wordt, dan brengen die leerkrachten in overleg één stem uit. Als er gestemd wordt over een leerling, dan doen dat de leerkrachten die hem of haar lesgeven. Men stemt in een rapportvergadering nooit blanco. Er wordt besloten bij meerderheid van stemmen.
Cijferlijst
In leerjaar 1 en 2 is het cijfer 4 het laagste cijfer op het rapport. Op het laatste rapport zijn de cijfers hele getallen. Alle cijfers na de komma kleiner dan 0,5 worden naar beneden afgerond. Alle cijfers vanaf 0,5 worden naar boven afgerond. Bijvoorbeeld 5,50 wordt 6 en 5,49 wordt 5. Op de overige rapporten en tussenstanden staan decimale getallen.
Cijfer omschrijving
4 Onvoldoende
5 Onvoldoende
6 Voldoende
7 Ruim voldoende
8 Goed
9 Zeer goed
10 Uitmuntend
Doorstroom
Sommige leerlingen hebben in leerjaar 1, 2 of 3 bij rapport 1 of 2 een onvoldoende rapportage. Bijvoorbeeld omdat ze op doubleren staan of in de besprekingszone zitten. Zij kunnen na besluit in de rapportvergadering advies krijgen om af te stromen naar kaderberoepsgericht of basisberoepsgericht niveau. Hiervoor zetten we het doorstroomtraject in en kijken we in overleg met de decaan naar een andere leerweg en sector.
Conform het Doorstroomprotocol van Het Hooghuis wordt er in het voorjaar door de mentor een onderwijskundig rapport gemaakt. Eventueel vindt er een screening plaats om de doorstroom te onderbouwen en de keuze van de juiste leerweg (kaderberoepsgericht of basisberoepsgericht niveau) te onderbouwen. Daarnaast wordt er een handelingsplan opgesteld voor het traject.
Ook bestaat er de mogelijkheid dat leerlingen zo goed presteren dat zij kunnen opstromen naar de havo.
Voor theoretische leerweg / havo:
- Bij een gemiddelde tussen 8 en 8,5 op eindrapport : advies bespreking Havo leerjaar 2.
- Bij een gemiddelde vanaf 8,5 op eindrapport: advies bevordering Havo leerjaar 2.
Bespreekgevallen
In de categorie bespreekgevallen kunnen leerlingen worden beoordeeld op:
- Aanleg, partiële stoornissen, concentratievermogen;
- IJver, doorzettingsvermogen, schoolrijpheid;
- Vroegere adviezen en onderzoeken;
- Mentaliteit, gedrag;
- Eerder doubleren.
Overgangsnorm
Van leerjaar 2 naar 3
- Bevorderd bij 0 of 1 onvoldoende, (maximaal 1 keer een 5).
- Bespreking bij 2 en 3 onvoldoenden, met maximaal 1 keer een 4 (is twee onvoldoenden).
- Uitstroom bij 4 of meer onvoldoenden. Doubleren bij 4 of meer onvoldoenden mits er op rapport 1 en 2 er geen sprake was van bespreek rapport.
Van leerjaar 3 naar 4
- Bevorderen bij: 2 of minder onvoldoendes mits voldaan is aan de zak-slaagregeling (zie hierna).
- Bespreken bij: drie of vier onvoldoendes mits voldaan is aan de zak-slaagregeling.
- Niet bevorderen:
- bij meer dan vier onvoldoendes
- indien de leerling niet geslaagd is volgens de zak-slaagregeling voor het gekozen vakkenpakket
Slaag-/zakregeling vmbo-GL/TL
- De kandidaat moet gemiddeld een 5,5 hebben voor de vakken in zijn examenpakket klas 4.
- De kandidaat moet minimaal het cijfer 5 op het diploma hebben voor het vak Nederlands.
- De kandidaat die examen vmbo heeft afgelegd, is geslaagd indien hij of zij:
- voor maximaal één van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger, of
- voor maximaal één van zijn examenvakken het eindcijfer vier heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger, of
- voor twee van zijn examenvakken het eindcijfer 5 heeft behaald en voor zijn overige examenvakken een 6 of hoger waarvan ten minste één 7 of hoger.
Tevens geldt dat voor de vakken lichamelijke opvoeding, het kunstvak uit het gemeenschappelijke deel en voor het sectorwerkstuk de kwalificatie “voldoende” of “goed” is behaald.